vrijdag 31 maart 2017

Rekentool BKR ratio 2018

Even knutselen en dan: Rekentool!


(let op, de overheid heeft inmiddels ook een rekentool gepubliceerd! (maar ik was eerder))

De BKR-ratio voor 2018 in een tabel en een formule


Ja, het lijkt allemaal superingewikkeld, en dat is het ook. Maar met wat rekenen en regelen kom je er wel uit, al blijft het een heel gepuzzel wat nu wel en wat nu niet mag. En met horizontale groepen zit je minder goed dan met verticale. Maar ook als je verticale groepen hebt betekent uitstroom niet meer zonder meer ook instroom. Je moet voldoen aan de rekenregel.

En die zorgt ervoor dat jongere kinderen zwaarder tellen, want ze belasten de beroepskracht meer. Best logisch eigenlijk, maar wel iets om rekening mee te gaan houden in de planning. Er is een tool voor, want die heb ik in elkkaar gezet op basis van de ontwerp-AMVB. Die waarschijnlijk per 1 januari 2018 ingaat. 


Dat is de link, en dit is het plaatje:


Veel succes!

donderdag 30 maart 2017

Bijeenkomst IKK in 't Spant te Bussum, 30 maart 2017

Het IKK werd belicht in de bijeenkomst van de branche-organisatie; maar waar is dat Nieuwe Toezicht nou gebleven?



Er was veel publiek, bij de dag over Innovatie en Kwaliteitsverbetering in de Kinderopvang. Het bestuur vertelde hoe het was gegaan, en er was een hoop discussie, met name over de 3 baby's per leidster bij de 0-jarigen en over de kosten.

De kosten. Want dat heb je nu eenmaal met kwaliteit, het kost geld. Want je moet meer doen, en beter, wat meer tijd kost, en meer mensen. Dat kán ook wel, maar dan moet het ook nog snel. Een transitie per 1 januari 2018, dat lukt waarschijnlijk niet meer. Rustig maar, er wordt gewerkt aan invoeringsmaatregelen die de pijn moeten verzachten. En aan nog veel meer, want het is allemaal nog lang niet af.

Dit zijn de mensen die het moeten gaan doen. De drie links zin van het Ministerie van SZW, en waren zo aardig om te komen naar een zaal vol bezorgde kinderopvangondernemers. Ze deden netjes wat van hen verwacht mag worden, als ambtenaren kunnen ze enkel de lijn uitleggen, maar hoeven ze de gemaakte keuzes niet te verantwoorden; dat is aan de minister en de kamerleden.

De inhoud dan maar: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/besluiten/2017/03/10/ontwerpbesluit-kwaliteit-kinderopvang-en-peuterspeelzaalwerk

Daar kun je de hele wet vinden.

Een paar verborgen highlights:

Ten derde worden met de nog uit te werken ministeriële regeling regels gesteld aan de kwalificatie voor het verlenen van EHBO aan kinderen. In het onderhavige besluit wordt geregeld dat er gedurende de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk een volwassene met een geldig en erkend kinder-EHBO certificaat aanwezig dient te zijn. Dit wordt noodzakelijk geacht om in het geval van incidenten adequaat te kunnen handelen. 

Hoeveel kinderen zijn de afgelopen jaren de dupe geweest van een niet adequaat handelen van de kinderopvangorganisatie?

In onderhavig besluit wordt de regeling voor de afwijkende inzet van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten anders vormgegeven. Er worden in het besluit geen tijdsvakken opgenomen waarbinnen afwijken van de beroepskracht-kindratio wel of niet is toegestaan. In plaats daarvan moet de houder in zijn pedagogisch beleidsplan opnemen op welke tijden afgeweken kan worden van de beroepskracht-kindratio en op welke tijden in ieder geval niet wordt afgeweken en derhalve wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De houder dient de ouders nadrukkelijk te informeren over deze tijden. Een beschrijving van genoemde tijden is van belang, aangezien het voor ouders inzichtelijk moet zijn op welke tijden wordt voldaan aan het minimaal aantal vereiste beroepskrachten en op welke tijden het mogelijk is dat er minder beroepskrachten worden ingezet. Deze beschrijving dient de exacte tijden waarop kan worden afgeweken en waarop in ieder geval wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio te bevatten. Een beschrijving van tijdsvakken waarbinnen mogelijk afwijking kan plaatsvinden, volstaat niet. Door bovenstaande aanpassingen ontstaat meer ruimte voor maatwerk voor houders. Zij kunnen hierdoor zelf bepalen op welke tijdstippen verantwoord kan worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio op basis van het dagritme op het betreffende kindercentrum of de betreffende peuterspeelzaal.  

Ik snap de tekst niet, moet ik nu exact aangeven wanneer kan worden afgeweken?

 De lijst met verplichte risico’s die in de risico-inventarisatie aan bod moeten komen, wordt vervangen door een verplichting om in het veiligheids- en gezondheidsbeleid in te gaan op de voornaamste risico’s met grote gevolgen voor de veiligheid of de gezondheid van kinderen. Met deze aanpassing ontstaat meer ruimte voor de houder om zich in het beleid te focussen op de grote risico’s.

Wanneer is iets nou precies een "groot" risico?

 Per 1 januari 2015 is voor horizontale groepen met tweejarigen16 een ratio van 1 beroepskracht op 8 kinderen gaan gelden. Dit vormde een versoepeling ten opzichte van de voorheen geldende ratio van 1 beroepskracht op 6 kinderen. In de brief van 17 juni 2014 is aangegeven dat de financiële ruimte die hiermee gecreëerd werd, zal worden meegenomen in de inzet op een kwaliteitsverhoging.  

Je had het kunnen weten! Die 44 miljoen waarmee de branche overeind gebleven is wordt nu nog een keer uitgegeven...

Bij het op grond van het onderhavige besluit in het kader van het veiligheids- en gezondheidsbeleid verplicht op te stellen plan van aanpak zal de houder tevens de in artikelen 1.51b en 2.9b van de Wko verankerde meld- en overlegplicht in acht moeten nemen. Indien sprake is van dusdanig grensoverschrijdend gedrag dat dit te kwalificeren is als mishandeling of als zedenmisdrijf dan dient de houder overeenkomstig artikel 1.51b respectievelijk artikel 2.9b van de Wko te handelen.

Ok, opnemen in dat plan van aanpak dus!

De beoogde inwerkingtreding van de verplichte inzet van pedagogisch beleidsmedewerkers is 1 januari 2019. Hierdoor hebben houders voldoende tijd om pedagogisch beleidsmedewerkers aan te nemen en/of pedagogische medewerkers te laten bijscholen voor de functie van pedagogisch beleidsmedewerker.  

Dat scheelt, 2019.

Er worden handvatten geboden voor de opvangpraktijk die tegelijkertijd voldoende ruimte bieden voor een eigen invulling van de pedagogische doelen door de houder en beroepskrachten in samenspraak met de ouders. De concretisering van de pedagogische doelstellingen is tevens van belang voor het gesprek over de praktijkobservatie tussen de houder en de toezichthouder. Het huidige observatie-instrument dat de toezichthouder gebruikt bevat reeds een uitwerking van de pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven. De afstand tussen de concrete observatiecriteria in het instrument en de pedagogische doelen van Marianne RiksenWalraven, die tot het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang alleen in de memorie van toelichting bij de oorspronkelijke Wet kinderopvang22 en in beknopte vorm in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 voorkwamen, is echter groot. Door de pedagogische doelen in het onderhavige artikel te concretiseren kunnen de toezichthouder en de houder de praktijkobservatie daaraan relateren en kan het gesprek hierover en de verankering van het uiteindelijke oordeel in het inspectierapport makkelijker verlopen

Ik ben benieuwd wanneer ik de eerste handhaving op basis van deze criteria voorbij zie komen...

Hiertoe is het van belang dat de houder de ontwikkeling van kinderen op verschillende ontwikkelterreinen  volgt. Met de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind kan vervolgens worden bepaald of extra aandacht voor een of meerdere ontwikkelgebieden wenselijk is, hetgeen in het belang is van een soepele overgang naar het primair onderwijs en de buitenschoolse opvang.

Meer administratie; nu ook per kind

Op dit punt wordt nog opgemerkt dat de houder naast het onderhavige artikel eveneens dient te voldoen aan verschillende andere wet- en regelgeving op het terrein van de veiligheid en gezondheid. Op dit punt worden enkele voorbeelden genoemd. Zo bevat het Bouwbesluit 2012 (en het toekomstige Besluit bouwwerken leefomgeving) voorschriften onder andere voor brandveiligheid, binnenmilieu en daglicht. Op grond van (artikel 2, eerste lid, van) het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen is het verboden te handelen in strijd met de HACCP-beginselen. Het Warenwetbesluit Kinderbedden en – boxen en de daarop gebaseerde Warenwetregeling nadere eisen kinderbedden en -boxen kinderopvang stelt eisen aan kinderbedden en boxen die voor de kinderopvang worden gebezigd. Ook zijn er diverse richtlijnen op genoemde terreinen, bijvoorbeeld de Hygiënerichtlijn voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.

Ja ja, die kenden wel al natuurlijk.

Het negende lid bepaalt tot slot dat pedagogische beleidsmedewerkers meegeteld kunnen worden bij de berekening van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op grond van het onderhavige artikel 16 voor zover zij in het kader van het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden tevens op de basisgroep bezig zijn met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. 

Dat scheelt!

Een leerzame dag, dat was het.

vrijdag 17 maart 2017

Ventilatieeisen en PPM CO2

Ventilatieeisen en PPM CO2




Luchtverversing is een thema, want per 1 april 2017 worden de eisen uit het bouwbesluit 2012 van kracht voor de kinderopvang. 

Zie voor het bouwbesluit een ander blog hier.

1000 ppm is de norm, lees je op sommige sites, zoals hier en hier en hier. En dus moet je snel aan de slag! Koop advies, koop een CO2 meter, verbouwen!

In de praktijk is het best moeilijk om aan de norm te voldoen; ik wil in deze blog uitleggen waarom.

Waar komt CO2 vandaan?

het zit in de lucht, we ademen het uit. In alle lucht, ook buiten, zit sowieso al 400ppm aan CO2. Dat is maar goed ook, want planten hebben het nodig om te groeien.

Wij ademen en produceren CO2. Niet alleen als je een keer een wind laat, maar elke keer als je uitademt. Kijk maar op Wikipedia, het is bij elkaar gemiddeld 290 kilo per jaar per persoon. Die CO2 komt in de uimte waar je bent terecht, en als je niet ventileert dan wordt het steeds meer.

Is CO2 giftig?

Nou eh, álles is giftig als je er te veel van neemt, zelfs zuurstof. Maar in dit geval is het wat het RIVM betreft pas slecht voor je als je er in je arbeidsomgeving te veel aan blootgesteld wordt op een continu niveau van 5000 ppm. Dat staat in de stoffendatabase van het RIVM. (9000 mg/m3 = 5000 ppm). En zelfs die norm heeft de overheid losgelaten. Bedrijven mogen nu zélf aangeven hoe ze de gezondheid van hun werknemers waarborgen, en kunnen dus ook bijvoorbeeld piekwaarden bóven deze 5000 ppm toestaan. 

Het rampeninterventiniveau is nog véél hoger. Maar er kan wél een ramp mee gebeuren, kijk maar naar Lake Nyos in Kameroen in 1986.

Waar komt die 1000 ppm norm toch vandaan?

In de Richtlijn GGD en RIVM voor het binnenmilieu staat 1000 ppm als de grens voor een gezond binnenklimaat. Terwijl ik dit zit te typen belt Rob van Strien van de GGD Amsterdam mij op. Hij heeft meegeholpen aan de inhoud van het document. Ik vraag hem ernaar, en we hebben het ook over het advies van de gezondheidsraad, over Lake Nyos en of CO2 nou giftig is of niet.  Hij vertelt dat het wat hem betreft niet om de CO2 gaat, maar om de ziektekiemen en uit bouwmaterialen vrijkomende stoffen gaat. Als je beter ventileert heb je dat minder om je heen, en dat is beter voor je gezondheid. Ik vraag hem naar de 1000 ppm en de normen in de richtlijn. 

Hij geeft aan dat het wat hem betreft streefwaarden zijn. Je moet zo laag mogelijk zitten, dat is het punt. 1200 ppm is sowieso altijd haalbaar als je gebouw aan de eisen van het bouwbesluit voldoet, daar zijn die normen op gebaseerd. Hij zou het liefst zien dat kinderdagverblijven zich er op laten voorstaan meer te doen dan de wet van ze eist. (Dat zijn we dan mooi eens) Maar als je voldoet aan alle gekleurde blokjes uit de richtlijn dan ben je "extreem goed bezig". Zo zijn de blokjes volgens hem bedoeld, en niet als minimum norm, terwijl je dat wel zo zou kunnen lezen. Overigens zou je met goed ventileren best de 800 ppm kunnen halen, wat heel goed is voor iedereen. 

Het RIVM onderschrijft het feit dat de richtlijn niet gebaseerd is op wettelijke voorschriften, maar op "een inzicht in de beste zorg voor het binnenmilieu vna dit moment", en geeft aan dat je als houder best iets anders mag doen, maar dat je dan bij gezondheidsproblemen wel moet kunnen uitleggen waarom je niet ventileerde terwijl je wist dat het beter was voor de gezondheid.

Met GGD Haaglanden besprak ik de keuze tussen ventileren en warmte. Als je in de winter een extra raam openzet wordt het wel fris, maar ook heel koud, soms kies je er dan voor om niet te ventileren. In principe moet je tóch ventileren, zeiden ze, want je moet zorg dragen voor een gezond binnenklimaat. Maar zij (Haaglanden, want elke GGD is anders) zullen niet direct met een CO2 meter in de hand binnenstormen om je hard aan te pakken.

Ventilatie-eisen kinderopvang

VENTILATIE in de kinderopvang

Wat moet er nu eigenlijk écht gemeten en geweten?



1 april! Dat is de datum voor het voldoen aan de "ventilatie-eisen" voor de kinderopvang. En er zal op gecontroleerd gaan worden door de GGD.

Maar wat zijn eigenlijk de eisen? En op welke besluiten zijn die gebaseerd?

De Wet

Wettelijk heb ik niets anders kunnen vinden dan het Bouwbesluit. In 2012 is het gewijzigd, daarin zijn kinderopvangcentra met name genoemd.

In artikel 9.2, lid 8 staat dat de nieuwe ventilatie-eis voor een bestaande bijeenkomstfunctie voor kinderopvang niet op 1 april 2012 maar op 1 april 2017 van toepassing is. Deze overgangstermijn is ingevoerd omdat de nieuwe ventilatie-eisen voor bestaande kinderopvang in veel gevallen zal leiden tot aanpassingen en investeringen. Vooral in slaapkamers met stapelbedjes is sprake van een forse verzwaring van de ventilatie-eis

Wát? Het valt mee hoor. Er moet voldoende frisse lucht aangevoerd worden, en dat kan meer zijn dan in de huidige situatie. Mechanische ventilatie is een mogelijkheid, maar geen directe vereiste. Het Bouwbesluit zegt:

Een bestaand bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor luchtverversing dat het ontstaan van een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen.  (§ 3.6.2. Artikel 3.37.lid 1)

Dat is een duidelijk uitgangspunt, dat iedereen ook wel zal onderschrijven. Het bouwbesluit zegt verder heel veel over de technische uitvoering, in bestaande gebouwen komt het er op neer dat er per persoon die in en ruimte aanwezig kán zijn (het maximum aantal personen waarop de ruimte berekend is) er 3,44 liter lucht per seconde moet kunnen worden afgevoerd. Dat is hóger dan de eisen die gesteld worden aan andere gebouwen voor groepsbijeenkomsten (maar gelijk aan de norm voor onderwijs), er moet dus voor een bestaand gebouw bekeken worden of het aan de eisen voldoet. In de praktijk zal hier naar gekeken worden op het moment dat het gebouw in gebruik wordt genomen als  kinderopvang.

Andere normen


Ok, je voldoet aan het bouwbesluit, en nu? PPM-norm of niet?

Dat is niet zo hard, vertelde GGD Haaglanden mij. 


En de richtlijn dan? De richtlijn voor binnen- en buitenmilieu voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang, uit mei 2016? 

Navraag bij het RIVM leerde dat daar waar "verplicht" staat, dat toch iets genuanceerder ligt. De richtlijn is gebaseerd op de huidige stand der wetenschap bij RIVM en GGD, en geeft dus aan wat volgens hen verantwoord handelen is. Als je het anders doet, maar je zorgt er wel voor dat naar algemene normen de gezondheid van je kinderen niet in gevaar is, dan is het ook goed. 

Dat betekent dus dat je niet per se een CO2-melder moet aanschaffen, maar wél dat je, als het bedompt ruikt in je slaapkamers, daar actie op moet ondernemen. 

Ook de inspecteur van de regio Haaglanden die ik sprak gaf aan dat er niet gehandhaafd kan worden op deze voorschriften, maar dat de houder wel het doel in de gaten moet houden: een gezond binnenklimaat. Als er aanleiding voor is, dan kan de GGD vragen aan hun collega's van leefomgeving om metingen te gaan doen, en zo vast te stellen of er langdurig sprake is vaneen ongezonde leefomgeving. En ja, dan kunnen en moeten ze ook handhaven. Maar dan weet je zelf ook al best dat er iets mis was ;-)

Geen reden dus om de richtlijn te negeren, maar wel om je eigen gezonde verstand te gebruiken en alleen die dingen aan te pakken die echt nodig zijn.